Supervisie en intervisie voor verpleegkundigen jeugdgezondheidszorg
‘Stevig Ouderschap’
Vanaf 2006 geef ik supervisie en intervisie aan verpleegkundigen die werkzaam zijn binnen de Jeugdgezondheidszorg. Te denken valt aan diverse thuiszorgorganisaties.
De supervisie wordt vooral gegeven aan de interventieverpleegkundigen die deel uitmaken van het project ‘Stevig Ouderschap’. Zij verrichten in dit project taken die hun reguliere werkzaamheden op het consultatiebureau overstijgen. De gezinnen die bezocht worden zijn risicogezinnen waar soms/vaak sprake is van ernstige problematiek. Het opbouwen van een vertrouwensband, het echt kunnen luisteren en aanwezig zijn vanuit een niet veroordelende innerlijke houding vormt de grondgedachte van Stevig Ouderschap.
Waarom super- en intervisie?
De jeugdgezondheidszorg is maatschappelijk gezien van groot belang. Kinderen zijn de volwassenen van de toekomst en onze complexe samenleving heeft behoefte aan opvoedingsondersteuning van hoge kwaliteit. Daarentegen is de praktijk van alledag vaak druk en hectisch en er is vaak te weinig tijd voor reflectie of voor wat meer diepgang in een overleg.
Daarbij is er nogal eens sprake van grote veranderingen binnen de organisatie. Drukte, hectiek en veranderingen roept veel op aan gevoelens en het is voor de kwaliteit van het werk en voor de vitaliteit van de verpleegkundige belangrijk om hier op een gezonde, proactieve manier mee om te gaan.
Waardering
De supervisie en de intervisiebijeenkomsten worden door de deelnemers als zeer waardevol, als plezierig èn als noodzakelijk voor een goede beroepsuitoefening ervaren. Uit de evaluatie blijkt dat supervisie en intervisie een wezenlijke bijdrage levert aan een adequate beroepsuitoefening en nodig is om ook zelf gezond en met zin en plezier in het werk te kunnen staan. Eén van de deelnemers aan de supervisie van ‘Stevig Ouderschap’ verwoordt dit als volgt:
“Ik heb geleerd in het contact met de ouder ‘erbij’ te blijven, niet op willen lossen, te onderzoeken wat er gaande is zonder te oordelen of vanuit de gebruikelijke patronen te reageren. Mijn eigen ervaringen te onderzoeken, wat doet het met mij en waar komt dat vandaan? Door supervisie kan ik meer aan omdat er een klankbord en spiegel is (supervisiegroep en Frouwke). Voor mijzelf betekent dit ook groei en ontwikkeling en daardoor sta ik doorgaans vitaal in m’n werk. Het mooie is dat ik regelmatig merk dat ik steeds meer kan confronteren, omdat ouders voelen dat ik hen niet veroordeel. Het is mooi om ouders te laten zien wat hun patroon is van dader of van slachtoffer zijn, maar daardoor is wel nodig dat ik inzicht heb in hoe dat bij mij zit, om echt deelnemer te kunnen zijn en innerlijk vrij. Om me niet te identificeren met een van hen en van daaruit bewust of onbewust partij te kiezen. Ik heb geleerd meer geduld te hebben.”
Vraag:
“In hoeverre hebben de bijeenkomsten voor jou bijgedragen aan betere begeleiding van de ouders in het kader van ‘Stevig Ouderschap’?”
Antwoord van een van de deelnemers:
“Ik heb al aangegeven dat ik meer aankan door supervisie en begeleide intervisie, dat komt ouders ten goede. Ik ben niet gauw geschokt en wil ook niet meer zo snel oplossen. Daarnaast kan ik wel degelijk in het belang van kinderen confronteren dat bepaald gedrag van ouders absoluut niet kan en traumatisch is voor kinderen. Bijvoorbeeld als ouders veel ruzie hebben met fysiek en verbaal geweld naar elkaar toe. Ik heb ervaren dat ouders zich soms absoluut niet bewust zijn van het effect op de kinderen. Wat ik doe is een bewustwordingsproces bij ouders op gang helpen, door hen te bevragen naar het wat en waarom en hoe. Als ik dat vanuit mijn hart doe, dan voelen ouders dat.”
Thema’s die centraal staan
- Autonomieontwikkeling: van speelbal-slachtoffer-bestrijder naar deelnemerschap;
- Innerlijke vrijheid, keuzes maken en verantwoordelijkheid nemen;
- Het innerlijke kind: het oorspronkelijke en gekwetste kind;
- Kijken met de ogen van het hart;
- Innerlijke ontwikkelingsprocessen: trauma en heling;
- Grenzen stellen;
- Omgaan met macht.
In alle genoemde thema’s speelt de kwaliteit van het contact en de manier waarop gecommuniceerd wordt met elkaar een grote rol. We staan dan ook stil bij en oefenen met de benodigde kwaliteiten en vaardigheden in de communicatie, zoals het geven en ontvangen van feedback, het actief luisteren, het zorgvuldig confronteren en het aansluiten bij de ander in de gepleegde interventie.
Doelstelling
Het doel van de supervisie en de intervisie is verdere professionalisering van de verpleegkundigen en van de organisatie door bewustwording, (zelf) kennis en
verdieping. Zodanig dat de verpleegkundige leert om vanuit zelfvertrouwen, stevigheid, betrokkenheid en kennis van zaken adequaat om te gaan met de vaak zeer complexe leefwereld en problematiek van de doelgroep. Voor de supervisie van ‘Stevig Ouderschap’ is het doel geweld en/of verwaarlozing van het zeer kwetsbare kind op te sporen en terug te dringen en de ouder(s) adequaat te ondersteunen in hun verantwoordelijkheid als opvoeder.
Werkwijze
In de super- en intervisie wordt ervaringsgericht gewerkt met door de deelnemers ingebrachte casuïstiek. Door te reflecteren op de eigen ervaringen en door erover uit te wisselen ontstaat bewustzijn en inzicht over het eigen handelen en de effecten hiervan op de ander. Er worden theoretische kaders gegeven als kapstok om de eigen ervaringen te kunnen plaatsen. Er wordt gebruik gemaakt van reflectieoefeningen. Relevante literatuur wordt verstrekt.
Duur van de supervisie: drie uur per keer, de groepjes komen in een vaste samenstelling plusminus 6 keer per jaar bij elkaar.